Op Paasmaandag trekken we er weer eens op uit.  Voor de middag rijden we naar Evergem, waar we deelnemen aan de Paastocht van WAK Evergem.  WAK staat voor Wandelclub Al Kontent.  Het café “Al Kontent” was de bakermat van de wandelclub.  In 1992 droomde men tussen pot en pint van een wandeltocht met 2 à 3000 wandelaars ! De cafébaas zag het wel zitten en men besloot om aan te sluiten bij de toenmalige Vlaamse Wandel en Jogging Liga (V.W.J.L.).  WAK was geboren.  Ondertussen is de club uitgegroeid tot een solide vereniging, met meer dan 600 leden.  In 2018 was WAK bij ons op de Internationale Tocht met liefst     78 busreizigers.  Onze deelname aan de Paastocht is dan ook ons tegenbezoek.

Evergem vinden we zo’n tien km ten noorden van Gent, in de buurt van het Gentse havengebied.  In de Gentse haven liggen zogenaamde koppelingsgebieden.  Koppelingsgebieden zijn groen- en natuurgebieden die de dorpen en de industriegebieden van elkaar scheiden en een belangrijke bufferende functie hebben.  De startplaats van deze Paastocht ligt in de buurt van Koppelingsgebied Doornzele Noord.  De kortere afstanden gaan voor 70 % door dit natuurgebied.  Het koppelingsgebied Doornzele-Noord bestaat uit uitgestrekte riet- en moeraszones, bossen, wandel- en fietspaden.  De inrichting zorgt mee voor een aangenamer woonklimaat in Doornzele en is een verrijking voor de natuur in de omgeving.  Een deel van dit koppelingsgebied werd ingericht als natuurcompensatie. 

We beperken ons tot maximum 12 km en zullen dus nog voor de middag Evergem en WAK achter ons laten.

We komen na iets minder dan honderd km (1 ¼ uur) rijden aan in de CC de Bosuil in Jezus-Eik, “Zjuzekes Aik” in het plaatselijke dialect.  Deze cultuurtempel werd gebouwd aan de rand van het Zoniënwoud.  Het is in dit gigantische loofbos dat de wandeling wordt uitgetekend.  Het huidige Zoniënbos is een miniem overblijfsel van het Kolenwoud of Sylva Carbonaria, waarvan de Romeinse veroveraars in hun brieven gewag maakten en dat zich uitstrekte van de oevers van de Rijn tot de Moezel en de Noordzee.  

De naam “Zoniën” komt waarschijnlijk van de rivier de Zenne die het bos eertijds doorkruiste. In de 12de eeuw heette de Zenne “Saina” of “Sonna” en het bos “Sonia”.  In de 14de eeuw droeg de rivier de naam “Zenne” en het bos Sonie, Zonie, Sonien of Zoniën.  Het Zoniënwoud is steeds een uitgelezen jachtterrein geweest voor keizers en koningen.  Een hoogtepunt waren zeker de jachtpartijen van Karel V.  Ook later werd er flink geknald in het bos.  Op 23 december 1762 werden er tijdens een jachtfestijn 41 everzwijnen, 19 herten, 63 hinden, 1 reebok, 1 haas en 1 vos geschoten.  Een paar jaar later, op 30 december 1768 oogde het tableau ook niet mis : 19 everzwijnen, 70 hinden, 1 wolf en 6 reebokken.  Het favoriete jachtdomein van vorsten en hertogen is nu het grootste en mooiste beukenbos van het land.  Sommige beuken zijn wel ouder dan 200 jaar.  Wandelen kan je in dit majestueuze woud naar hartenlust.

Na de oorlogen van de 16de en 17de eeuw was het woud volledig verarmd, door de bevolking die brandstof nodig had, door plunderende soldatenbenden of door de overdreven kappingen van de eigenaars die in geldnood verkeerden.  Tijdens de Oostenrijkse periode heerste terug vrede en kon aan herbebossen worden gedacht. Uit deze periode dateren de oudste beukenpercelen die er vandaag nog steeds staan.  Na 1815 komt het woud in handen van private eigenaars en van het toen nog ongeveer 12 000 ha grote bos bleef er nog een amper goede vierduizend ha over.  Gelukkig voor Zoniën had de Brusselse bevolking hout nodig om zich te verwarmen, zoniet was alles verkaveld geweest.  Onder druk van de bevolking kocht de staat het overblijvende bos op en vertrouwde het beheer ervan aan Waters en Bossen toe. Vandaag is ongeveer 80 % van het woud beuk, 10 % eik en 10 % naaldhout.

De best beschermde delen van het Zoniënwoud maken nu deel uit van de Unesco Werelderfgoedlijst, als onderdeel van een groep van in totaal 94 uitzonderlijke beukenwouden in 18 Europese landen. Het Werelderfgoedcomité heeft deze wouden erkend omdat ze gezamenlijk getuigen van de uitzonderlijke evolutie en impact die het beuken-ecosysteem in Europa heeft gekend sinds de laatste IJstijd.

Tijdens deze wandeltocht komen we ook door het Kapucijnenbos.  Het Kapucijnenbos en het Geografisch Arboretum worden beheerd door de Administratie van de Koninklijke Schenking, ten gevolge van de schikking die koning Leopold II op het einde van zijn leven trof met de Belgische Staat aangaande een zeer groot privaat patrimonium, waartoe ook het domein van Tervuren behoorde.  Het arboretum van Tervuren, en bij uitbreiding het Kapucijnenbos, heeft alvast een prominente plaats in het publieke patrimonium van de Koninklijke Schenking.  De stabiele beheervorm waarvan de Schenking sinds haar oprichting geniet, heeft zeker bijgedragen tot het behoud en de ontwikkeling van het arboretum.

We blijven tot 17 uur in Jezus-Eik, zodat ieder van ons ruim de tijd krijgt om op zijn eigen tempo te genieten van de majestueuze pracht van het Zoniënwoud.  Een uitstap die je dus zéker niet mag missen !  Tijdig inschrijven is dus de boodschap.


TERUG