Twee maanden nadat Pogačar er de Ronde van Vlaanderen won, gaan ook wij naar Oudenaarde, de stad waar Hanske de Krijger van boven op het belfort uitkijkt over deze Oost-Vlaamse stad aan de boorden van de Schelde.  Maar vooraleer we naar Oudenaarde rijden, zeggen we eerst even goeiemorgen bij de Grashoppers.

De voorzitter van de Grashoppers stuurde ons de parcourskaartjes door van de kortste afstanden die je tijdens hun “Scherpenheuvel Wandelt” kan wandelen.  Omdat zowel de 4 km (verhard) als de 5 en 8 km relatief dicht bij de basiliek blijven, kozen wij voor een eigen traject.  Nadat we vanuit Paal vertrokken zijn, brengt onze autocar ons tot op de parking van Den Amer in Diest.  Daar stappen we uit en beginnen we, in groep, aan een prachtige “dauwtrip” die ons na 6,5 km in de startzaal Den Egger brengt.  Wie deze dauwtrip aan zich wil laten voorbij gaan, kan met onze autocar tot aan de startzaal in Scherpenheuvel rijden.  Na goed anderhalf uur zullen de dauwtrippers er dan ook toekomen.

Vanaf de parking aan Den Amer stappen we door de Leigrachtstraat tot bij de Demer.  We volgen zo’n anderhalve km de luie bochten van de rivier, met ver zicht over de beemden.  Volgt dan de klim naar de top van de Vinkenberg.  Hiervoor maken we gebruik van één van de mooiste én diepste holle wegen van het Hageland.  Langs beide kanten zien we in de flanken van deze holle weg de rossige ijzerzandsteen die zo typerend is voor de streek.  Eens boven op de Vinkenberg zien we links voor ons, tussen het groen de koepel van de basiliek, met zijn 298 goudkleurige sterren.  We volgen het rustige asfaltje overlangs de Vinkenberg en zien in de verte de kerken van Testelt, Zichem en Averbode.  We dalen af en gaan rechts, om via een veldpad weer wat hoogte te winnen.  Rechts alweer een magnifiek panorama over de Demervallei en de achterliggende Zuiderkempen, met de witte zandstenen abdijkerk van Averbode.  Zo komen we dan uit op het gepijlde parcours van de Grashoppers, dat we via de Basiliek volgen tot bij de startzaal.  Daar is er nog tijd voor een koffietje en/of een pistoleke. 

Oudenaarde bereiken we na een rit van zo’n 130 km.  Op een relatief kleine oppervlakte kon Oudenaarde een schat aan bezienswaardigheden uit het verleden bewaren, maar ook het hedendaagse karakter mag er wezen.  Eertijds was de stad in heel Europa bekend om haar wandtapijtenproductie, een nijverheid die haar bloeiperiode meemaakte in de zestiende eeuw, maar nog bleef voortduren tot in de achttiende eeuw.  Vandaag wordt de stad weleens de Parel van de Vlaamse Ardennen genoemd.  Wie Oudenaarde zegt, denkt aan het hart van de Vlaamse Ardennen.  Of je nu houdt van natuur, cultuur, heerlijke streekproducten of sportieve uitdagingen : verrassende ontdekkingen liggen achter elke hoek. 

“Niemand in zicht” dacht Hanske de Krijger toen hij als stadswachter op uitkijk stond.  Althans, dat is wat in de volksmond wordt beweerd.  De legende gaat dat het gevolg van Keizer Karel, over Ronse en de Koppenberg, van Doornik naar Oudenaarde kwam gereden.  De stadswachter, die de avond voordien te veel Oudenaards bier had gedronken, was in slaap gevallen en had de keizer met zijn gevolg niet zien aankomen.  Er stond niemand klaar aan de stadspoort om de keizer te begeleiden.  Opdat de stadswacht bij een volgend bezoek wat beter op zijn “qui vive” zou zijn en ter herinnering aan het onhoffelijke voorval, verplichtte de keizer de stad om een bril aan te brengen in het wapenschild.  In werkelijkheid is de Oudenaardse “bril” echter helemaal geen bril, maar de gotische letter “A”, van “Audenaerde”.  Vandaag kan je boven op de spits van het stadhuis de fraaie keizerskroon én het bronzen beeld van Hanske de Krijger zien.

De plaatselijke wandelclub koos als naam niet voor niets dus voor Hanske de Krijger.  Ondertussen is de Oudenaardse club uitgegroeid tot de grootste club van ons land, met liefst 1 400 leden ! Zij ontvangen ons op 7 juni en leiden ons rond op hun Scheldemeersentocht.  Tijdens deze landschappelijk erg mooie tocht laten we de heuvelzone van de Vlaamse Ardennen links liggen en wandelen we dus voornamelijk vlak, door de Scheldemeersen, langs de Donkvijver, langs het historische domein Golf- en Countryclub en langs oude Scheldemeanders.

Alle afstanden vertrekken over de prachtige Markt, met het gotische belfort en met zicht op de Sint-Walburgakerk, waarvan de 88 m hoge toren een markant herkenningspunt vormt voor de stad.  Langs de Meerspoort stappen we verder langs de Vestingvijver en komen aan de overkant van de Westerring bij de Donkvijver.  Het wandelpad rond de Donkvijver is meer dan twee km lang en is aangelegd in gestabiliseerde dolomiet.  Het traject is zeer afwisselend, gaat op en neer en biedt op bepaalde plaatsen prachtige zichten op de eerste heuvels van de Vlaamse Ardennen.  Na goed zes km komen we in Petegem, waar we mogen uitrusten.  De  18 en 24 km maken hier een lus rond het prachtige domein van de Golf- en Countryclub Oudenaarde.  Voor de 24 km is er in Petegem nog een tweede lus, die hen over lichtgolvende paden door de kouters tot bij het Biesbos brengt.  Op de terugweg naar Oudenaarde passeren we het schilderachtige Moregem.  Moregem kwam onlangs nog in het nieuws door de brand in het Kasteel van Moregem.  De brandweer heeft toen het onbewoonde en vervallen kasteel gecontroleerd laten uitbranden.  Het gebouw werd helemaal verwoest.  Langs rustige wegen en paadjes stappen we weer tot bij de startplaats.

Wil je er bij zijn, stuur dan vandaag nog je mailtje !!!

TERUG